Ramp van 1916

De ramp van 1916 en de Zuiderzeewerken

De Zuiderzeevloed van 1916 liet zien dat Nederland aan het werk moest met de dijken. Op verschillende plekken braken de dijken door en dit zorgde voor tientallen dodelijke slachtoffers en enorme schade. De nasleep van de ramp duurde meer dan een maand en was in de meeste provincies van Nederland goed merkbaar. In Groningen kwam Rottumeroog deels onder water te staan, in Overijssel braken dijken door of waren de dijken te laag en zelfs in Zuid-Holland liepen de rivieren over omdat het overtollige water niet meer afgevoerd kon worden. Nederland moest de handschoenen aantrekken en aan de slag. Dit zou resulteren in de Zuiderzeewerken, maar dat was niet zonder slag of stoot.

De Zuiderzeewerken en de problemen bij de uitvoering

De Zuiderzeewerken waren een omvangrijk plan waarbij de Afsluitdijk aangelegd moest worden, verschillende dijken versterkt moesten worden en waarbij droogleggingen van grote delen van de Zuiderzee gerealiseerd moesten worden. Hoewel er vaak gesproken wordt over de afronding van de plannen, is het nooit tot een einde gekomen. De laatste fase, het droogleggen van Markerwaard wordt namelijk nooit gedaan. Ook was het in eerste instantie nog maar de vraag of de plannen ooit in werking gezet zouden worden. De economie na de Eerste Wereldoorlog was zwak, de Grote Depressie volgde om daarna de Tweede Wereldoorlog in te luiden.
Er werd in 1920 begonnen met het maken van de Amsteldiepdijk en tijdens de aanleg werd er veel informatie vergaard over de mogelijkheden, de uitdagingen en de opties die er waren bij het aanleggen van de andere dijken. Het zou logisch geweest zijn om direct verder te gaan, maar de overheid rekte het goedkeuren van de Zuiderzeewet tot 1924 met de simpele reden dat er geen geld voor was op dat moment. De bouw van de Afsluitdijk is daarom pas in 1927 begonnen. Het doel: het opzetten van een harde waterkering waardoor de kracht van het water niet langer de Zuiderzee kan bereiken. Zou er nog eens een stormvloed komen, dan zou de kracht ervan gebroken kunnen worden aan de Afsluitdijk waardoor de Nederlanders weer rustig zouden kunnen slapen.

Droogleggingen van Lely

In 1927 wordt ook begonnen met het droogleggen (of droogmalen) van delen van de Zuiderzee. De Wieringermeerpolder is het eerste gebied dat droogvalt in 1930. Daarna zou ook de Noordoostpolder volgen, samen met andere gebieden. Een naam die hierbij een grote rol gespeeld heeft, is ingenieur Cornelis Lely, vandaar dat er voor de naam Lelystad gekozen werd.

Het resultaat

Wie op de kaart van Nederland kijkt, die kan zien dat alle gebieden van Nederland op een organische manier tot stand gekomen zijn. Met uitzondering van de gebieden die drooggelegd zijn. Deze gebieden zijn aan de tekentafel onderworpen geweest en zijn ingedeeld in rechte lijnen en duidelijke vormgeving. Dat was mogelijk omdat er nog geen wegen, huizen of begroeiing was op het moment dat er begonnen werd met de bouw. Voordat het gebied drooggemalen en voorzien werd van dijken, was het immers niet meer dan water. Water dat op een gevaarlijk plek lag wanneer er nog eens een stormvloed zou zijn en daarom moest er ingegrepen worden. Nederland won de strijd tegen het water en won tevens land van het water terug.