Ramp van 1953

De watersnoodramp van 1953 na de ramp van 1916

De watersnoodramp rond de Zuiderzeevloed van 1916 was niet de grootste watersnoodramp in Nederland wanneer gekeken wordt naar het aantal dodelijke slachtoffers. De watersnoodramp van 1953 kende veel meer slachtoffers. Niet alleen in Nederland, maar ook in Groot-Brittannië en België. Net als het geval was in 1916 was het slecht onderhouden van de dijken een van de redenen van de enorme schade. Maar hoe was het mogelijk dat de watersnoodramp van 1953 kon gebeuren wanneer we in 1916 al een flinke waarschuwing gekregen hadden van de zee?

Gebrek aan budget en prioritering

Tot een bepaalde hoogte is de watersnoodramp van 1916 een van de oorzaken geweest van de watersnoodramp in 1953. In de jaren na 1916 was er gebrek aan budget om de plannen rond de Zuiderzeewerken uit te voeren. Er was veel geld gaan zitten in de Eerste Wereldoorlog en de Grote Depressie rond de jaren ’30 deed de staatskas ook niet goed. Aangezien de ramp van 1916 grote impact gehad had, moest de overheid echter wel budget beschikbaar maken om het noorden van Nederland beter te beschermen, onder andere door de bouw van de Afsluitdijk en het versterken en verhogen van de dijken. Het kleine budget dat in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog beschikbaar was, ging dus naar het noorden van Nederland.
De bescherming van de kust kwam daardoor op een lager pitje te staan. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de schade zo enorm groot werd. Overigens is niet duidelijk of de stormvloed samen met het springtij van 1953 minder schade aan zou hebben gericht aan het water kust land van Nederland wanneer er wel meer geld besteed was aan de bescherming van de kustgebieden. De enorme hoeveelheid water was simpelweg te groot. De zwakke dijken en het achterstallige onderhoud hebben er wel zondermeer voor gezorgd dat de schade zó omvangrijk kon worden en zoveel gebieden getroffen konden worden en zoveel mensen verrast werden.

Budget vrijmaken voor de Deltawerken

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd het budget helemaal nihil omdat de opbouw van Nederland voorrang had op het beschermen van de inwoners. Dit heeft zijn tol geëist. Na de omvangrijke rampscenario’s na 1953 heeft Rijkswaterstaat besloten om versneld budget beschikbaar te stellen voor de Deltawerken, een traject aan aanpassingen verbeteringen om de veiligheid van de mensen aan de kust en de mensen in het achterland beter te kunnen garanderen.
Voordat dit gebeurde, verloren maar liefst 1836 mensen het leven in Nederland. Maar dat was niet de enige schade. Huizen, schuren, loodsen en meer werden vernietigd, de veestapel werd gereduceerd en akkers en weilanden werden volkomen buiten gebruik gesteld door het zoute water dat overal sporen achtergelaten heeft. Meer dan 200.000 hectare land kwam onder water te staan en vooral in Zuid-Holland heeft de watersnoodramp nog lang voor trauma’s gezorgd onder de overlevenden die de beelden niet van het netvlies konden wissen.